In 1908 werd de Ambiance onder de naam Novalis in Rode Vaart, nabij Moerdijk, aan haar eerste eigenaar afgeleverd op de werf van Paans als enkelmast vrachtschip zonder motor. De bemanning van deze zeilschepen bestond toen vooral uit een schipper en een matroos. Ze voeren het schip van haven naar haven, hielpen vaak met laden en lossen en stuwden het schip bij te weinig wind voort door te trekken (jagen) of punteren (bomen). Daarnaast woonden de vrouw van de schipper en hun kinderen vaak in het kleine roefje op het achterschip.
Gedurende deze jaren beleefde het binnenlands goederenvervoer in Nederland zijn grootste bloei. Duizenden tjalken, aaken en klippers, waaronder de Ambiance, bevaren de Zuiderzee en de aangrenzende gebieden en vervoeren allerlei soorten lading. Dit kan hout, staal, erts, steen, kolen of iets dergelijks zijn. Alles wat in het grote ruim paste, werd weggenomen
Geleidelijk aan werd het gebruik van motoren in de vrachtvaart steeds belangrijker en in dezelfde mate verdwenen de masten en zeilen van de dekken van de schepen. Ook de Novalis ging deze kant op en voer tot in de jaren 90 als motorvrachtschip.
Langzaam maar zeker werd de concurrentie van nieuwbouw met steeds meer laadruimte zo groot dat besloten werd om de Novalis met 7 meter te verlengen tot de huidige lengte van bijna 40 meter. Daarna bleef ze tot 1997 als vrachtschip varen.